Veroli-Ceprano

Om 6.00 is het reveille. Douchen, aankleden, inpakken en opruimen en dan naar de bar aan de overkant. Bij binnenkomst is alleen de vrouw achter de bar aanwezig. Mijn ontbijt bestaat weer uit koffie en een chocobroodje. De vrouw die alleen Italiaans spreekt, is geïnteresseerd in mijn verhaal. Met een paar woorden zeg ik dat ik naar Bari aan het lopen ben. Ze is onder de indruk. Na een groet ga ik op weg.

Met de gids van Ben bij de hand vind ik in de wirwar aan steegjes en straatjes de oude stadspoort met daarnaast de kerk Sta. Croche. Door de poort gaat het meteen steil naar beneden en snel is er van Veroli niets meer te zien. Het weer lijkt zich wat te herstellen. Op een kruising in het eerstvolgende dorp staan schoolkinderen op de schoolbus te wachten. Zonder uitzondering zijn ze in hun mobiel verdiept. Verder lopend besluit ik van de gids af te wijken omdat me dat mooier lijkt. Na 2 uur lopen, passeer ik een bar en bestel weer koffie. Het is er druk met werklui die allemaal mondkapjes dragen. Even optillen om een slok te nemen. Na de koffie is het warm. De route wordt nu weer gevolgd. Na het passeren van een snelweg volgt een langgerekt dorp. Aan het eind ervan besluit ik de pijpen van de broek te ritsen. De route komt langs de grote Abdij van Casamari. Ik maak er foto’s van. Op de plek van de Abdij was eerder al een Romeinse vesting Cereatae.

Vanaf de Abdij gaat de route door de velden. Aan de horizon beginnen donkere wolken te verschijnen. Weer op een asfaltweg volgt een oninteressant stuk met de naam Carbonaro. Opvallend veel niet afgebouwde woningen. Na een kruising ligt de weg dieper in een rivierdal. Er is totaal geen verkeer als er plots een auto naast me staat. De jongeman achter het stuur van een BMW Touring vraagt of alles goed met me gaat, of ik niet wat nodig heb. Water of zo? Hij blijk zelf ook pelgrim en laat een ketting om zijn hals zien. Ik dank hem voor de zorg maar ik heb niets nodig. Bij het wegrijden roept hij me nog veel goeds toe. Aandoenlijk dat er zulke mensen zijn, die zich met een wildvreemde kunnen vereenzelvigen. Op de trap van een verlaten bouwvallig gebouw ga ik zitten lunchen, er volgen daarna wat klimmetjes. Lopend langs het dorp Boville komt de man met zijn BMW me weer tegemoet. Ik krijg een grote fles water in de hand gedrukt. De paraplu die hij me aanbied wijs ik af. Hij geeft me een visitekaartje. Als het nodig is kan ik hem altijd bellen. Dan gaat hij zwaaiend en roepend weer verder.

De weg gaat nu omhoog en boven mij begint het te donderen. Even later vallen de eerste druppels. Ik stop om mijn jack aan te doen en de regenhoes om de rugzak te trekken. Bij een supermarkt haal ik nog wat fruit. Buitengekomen regent het harder en tenslotte komt het met bakken uit de lucht. Ik vlucht een schuur in waar brandhout ligt opgeslagen en wacht tot de regen wat afneemt. De weg lijkt verandert in een rivier. Als het regenen is gestopt volg ik de route door een bos steil omhoog. Het is een extreme inspanning om boven te komen. Hijgend en puffend sta ik boven plots voor een bar genaamd ‘Crazy Bar’. Ik ga er zitten en bestel bier. Weer op orde gekomen besluit ik toch verder te lopen en niet in deze plaats Strangolagalli te blijven. Weer op gang gekomen schijnt de zon. De route van Ben laat ik voor wat hij is, en volg de SP146. Na nog 2 uur lopen is Ceprano bereikt. Bij een hotel in de stad is een kamer beschikbaar. Ik check in en reserveer meteen een tafel voor het diner. Na een douche rust ik uit. Het was een lange dag. Twee uur later is het tijd om naar de eetkamer te gaan. Ik bestel pasta, vis en wijn en laat het mij smaken.

Gelopen: Veroli – Ceprano 31,73 km