Lin-Radozda

Na het ontbijt met crêpes en Turkse koffie nemen we afscheid van Erda en familie. We werpen nog even een blik op de kerk en lopen dan om ca. 9.00 uur onder een bewolkte hemel het dorp uit.

We volgen de oever van het meer tot we aan de voet van de bergen onverwacht bij een klein kerkje zijn. Een man op een ezel geeft de richting naar de ‘dogana’ (=grens) aan. Via steile bergpaden klimmen we 350 meter omhoog. Na tweeënhalf uur zijn we boven en pauzeren vlak voor de grens tussen Albanië en Noord-Macedonië bij een bar en drinken drabberige Turkse koffie; andere koffie kon niet, want er was geen elektriciteit …

Daarna lopen we tussen de vrachtwagens naar het douanehokje. We verbazen ons over het gemak waarmee we de grens passeren: we schuiven ons paspoort door het loket en op de vraag naar vaccinatie ook ons gele boekje, maar daar kijkt de man niet eens naar. En een moment later wandelen we in Noord-Macedonië! Met een niet te missen hoeveelheid wit/rode langeafstandspad aanwijzingen verlaten we de verkeersweg en lopen een bos in, dat aan de Veluwe doet denken.

Een geleidelijk dalend pad brengt ons naar het dorp Radozda. Opeens komt een kudde geiten een bergpad naast ons afrennen. Vlak voor het dorp lopen we op een keienpad, dat mogelijk een restant is van de Romeinse Via Egnatia. In het dorp zoeken we een bar voor koffie of een biertje, maar vinden alleen visrestaurant “Two Pearls”, aan de oever van het meer, open. Het overdekte terras ziet er gezellig uit met geraniums en begonia’s. We bestellen Belvica forel uit dit meer en Mavrovo forel uit het gelijknamige meer in het noorden.

Na de maaltijd word ik aangesproken door een man (stereotype uiterlijk van een professor) die me een boek over Orthodoxe kerken en fresco’s in de hand drukt. Hij blijkt Pance Velkov, hoofd van de Macedonische monumentenzorg en samensteller van het boek. Hij vertelt ons o.a. uitgebreid over de grotkerkjes in dit gebied; hij is samen met zijn jonge assistent op inspectietocht naar de staat van de fresco’s daarin. Ik zeg op een zeker moment dat wij een overnachtingsadres zoeken. De ‘professor’ weet dat de eigenaar van het restaurant ook een guesthouse runt in zijn huis ertegenover. Dus zonder enige moeite hebben wij ineens een kamer, met balkon met uitzicht op het meer, voor 20 euro!

We laten de rugzakken daar achter en lopen achter het guesthouse de trappen op naar het grotkerkje van de Aartsengel Michael. We hebben de sleutel meegekregen en zien de 13e eeuwse, door de tijd en water beschadigde fresco’s. We verbazen ons over een paar nieuwe sokken en een nieuw hemd op de ikoon van Michael op de lessenaar…

Wanneer we om 20.00 uur naar het restaurant teruggaan om te eten, blijkt dat net te sluiten. De eigenaar kan ons op ons verzoek nog geroosterd brood en kaas meegeven, en een fles wijn met glazen. We dineren gezellig gezeten op de rand van ons bed.

Gelopen 15.59 Km