Dol-de-Bretagne – Dinan

Om 7.00 uur zit ik aan het ontbijt (een croissant en 2 stukken stokbrood, koffie en jus d’orange). Ik betaal de rekening voor 2 dagen. Het is 7.30 uur als ik vertrek. De snelste weg de stad uit, langs een Abdij en dan door uitgestrekt akkerland naar het dorp Baguer-Morvan. De bakker is open, dus koop ik 2 pain-chocola voor onderweg.

Langs de kerk loop ik het dorp uit. Er volgen vele kilometers over een landweg. De grote hoeven liggen veraf van de weg. Na 2 uur lopen pauzeer ik aan de kant van de weg in het gehucht Touche. Het is 9.45 als ik weer verder loop. Ik passeer een tuin waar een stel aan het werk is. We maken een praatje. De vrouw biedt aan mijn waterfles te vullen. Daarna groet ik ze en ga verder.

Om 11.30 uur bereik ik Tressé. Tegenover het charmante kerkje is een Café. Ik ga er binnen en vraag om soep. Daar is het echter nog te vroeg voor. Als ik aan de koffie zit, stappen 2 mannen binnen. Ze zijn benieuwd naar wat ik doe. Ik vertel e.e.a. Ze weten niet van de Tro Breizh. Ik vertrek en loop naar een snelweg waar ik onder door ga. Dan volgt er een ruig natuurgebied. Er zijn grote plassen. De paden zijn soms nat en glibberig. Als ik er door ben, neem ik even pauze in zon in Saint Hélen.

Er volgt daarna een stuk langs de verkeersweg. Ik bereik de oever van de Rance. Al snel merk ik dat het geen eenvoudige wandeling over de oever van de rivier is. Een smal pad loopt op en neer tegen de steile hoge oeverwand. Soms is het zo steil dat ik me aan een boom moet vastklampen om niet naar beneden te roetschen. Het is inspannend en het schiet niet op. Zodra ik een mogelijkheid zie om de hellende oever te verlaten, loop ik van de rivier weg. Een stuk van de rivier af ligt Lanvalley. Vanaf deze plaats kan ik via de brug over de Rance de stad Dinan bereiken. Via het historische centrum ga ik naar het adres waar ik een kamer heb gereserveerd. Op mijn bellen wordt niet gereageerd. Na een aantal pogingen geef ik het op. Ik ben aan het eind na 33 km lopen en dat vreselijk geklauter. Ik bel Mariette voor steun en advies.

Dan loop ik een bar binnen en spreek met de baas. Hij stuurt me naar een hotel bij het station. Aan de balie hoor ik dat ze vol zitten. Op dat moment belt Lucas de huisbaas. Hij appt me de codes voor toegang tot de gereserveerde kamer. Ik ga meteen naar de kamer. Op bed laat ik de vermoeienissen van me afglijden. Na een warme douche ga ik in het centrum een groot bord pasta eten. Deze eerste loopdag van de Tro Breizh zal ik niet gauw vergeten