In het schemerdonker verlaat ik het guesthouse. Er zijn nagenoeg geen wolken te zien. Ik loop naar de bakker in de hoofdstraat en koop brood en yoghurt. Op een bank ga ik zitten ontbijten. Langzaam wordt het licht terwijl ik het dorp heuvel op uitloop.

De route van de gids gaat aan de noordkant van een meer. Ik kies voor de zuidkant omdat dat beter past vanaf Arnissa. Ik passeer, nadat ik al een paar uur heb gelopen, een man, vrouw en zoon die met de auto langs de kant staan. De jongen spreekt Engels. De bekende vragen worden gesteld; waar kom je vandaan en waar ga je naartoe. Ik wil verder gaan maar ik moet eerst een appel en een tros druiven aannemen.

Dan loop ik verder en kom bij een verkeersweg. Ik ga over een parallelle landweg verder. Het meer blijft verborgen achter de heuvels. Bij een infohuisje van de regio ga ik op een bankje in de zon zitten pauzeren. In het huisje blijkt een vrouw aanwezig. Ze komt bij me en vraagt of ik beren en wolven heb gezien, want die komen in dit gebied voor. Ik zeg dat ik blij ben dat ik ze niet ben tegen gekomen. Ze geeft mij nog wat tips voor het vervolg van mijn tocht. Ook maakt ze een foto van me en dan ga ik verder.

Het dal wordt smaller en het meer wordt een rivier. Ik steek de rivier over en loop aan de andere kant van het dal op de route uit de gids verder. Na een mooi dorp daal ik steil af over uitgespoelde paadjes. Voor ik Edessa bereik, passeer ik een stuwmeer. De route gaat langs een kanaal. Op een bepaalde plek is de route geblokkeerd door bouwafval. Ik weet er langs te klimmen, maar dan is het pad volledig dichtgegroeid met braamstruiken. Ik worstel me er door tot er een zijpad is. Weer op het pad waar ik op liep voor de afslag naar het kanaal, loop ik naar de stad. Door een mooie wijk kom ik bij het Hotel Olympia.

Ik ga er binnen en kom in een cleane marmeren hal. Op de balie staat een bel. Ik druk erop en er verschijnt een man. Hij neemt me op met een blik van: wat moet die hier. Ik moet mijn schoenen uitdoen. Dan brengt hij me naar een kamer. Ik vraag naar WiFi, dat is alleen in de hal, niet op de kamer. Als ik mijn spullen op de kamer heb gezet, ga ik naar de stad.

Bij een bar drink ik bier. De jongedame die serveert vertelt dat ze de dochter van de eigenaar is. Ze gaat rechten studeren maar voor de studie begint helpt ze in de bar. Ik loop door het centrum en kijk even rond en ga dan terug naar de kamer. Na een douche ga ik naar Restaurant Foodlab verderop in de straat. Ik bestel Salade en Kipburger. De porties zijn zo groot, dat ik de helft maar op kan. Terug in het hotel schrijf ik op de kamer mijn verslag.

Gelopen 27,07 Km