Zodra we klaar zijn trekken we de deur van Casa Azul achter ons dicht en gaan om 8.00 uur naar Bar Union om te ontbijten. Asun, de vrouw die alles regelt, maakt ondertussen bocadillos met tortilla voor ons klaar.

Vanuit Alcanadre lopen we een landweg die uitkomt bij de snelweg AP 68 (Logrono-Zarragoza). We volgen het pad dat parallel aan de snelweg loopt. Een aantal kilometers verder gaan we onder de snelweg door en gaan dan verder langs het spoor. De route is vlak en er is weinig interessants aan te beleven. We lopen nu steeds een uur en houden dan pauze. Zo voorkomen we dat we ongemerkt overbelast raken.

Het landschap bestaat vooral uit wijngaarden. In de middag wordt het erg warm. Na 21 kilometer bereiken we Calahorra dat op een heuvel ligt. Nadat we eerst een nieuwe woonwijk zijn doorgelopen, komen we in het oude centrum en gaan op zoek naar de Albergue naast de St.Franciscuskerk. Wanneer we op een pleintje even om ons heen staan te kijken, spreekt een man met een gitaar op de rug ons aan en vraagt of we de Albergue zoeken. Hij moet zelf naar de muziekschool die er vlak bij ligt.

Hij begeleidt ons vervolgens door het oudste deel van Calahorra, hij wijst ons op de Hebreeuwse koperen plaatjes in het plaveisel: dit was ooit de Joodse wijk. We bellen aan bij de herberg en worden binnengelaten door een jonge vrouw. We zijn de enige gasten en krijgen een (eenvoudige) tweepersoons kamer met eigen badkamertje. Het is meer een hotel dan een herberg.

Wanneer we ons hebben opgefrist, gaan we terug de stad in om wat te drinken. Daarna zoeken we een restaurant. Op brede promenade tussen de oude en de nieuwe stad, vinden we iets dat ons wel aanstaat. Wanneer we om 21.00 uur binnenstappen is er nog niemand. We gaan buiten zitten en na ons stroomt het vol. We bestellen het driegangenmenu, dat uitstekend blijkt. Onder het schijnsel van de verlichte Sint Franciscuskerk slapen we in.