In het hotel wordt het ontbijt om 8.00 uur geserveerd, duidelijk geen tijd voor pelgrims. Ik word zoals gewoonlijk rond 6.00 uur wakker. Als ik klaar ben, ga ik even naar buiten en wandel een rondje. Voor het ontbijt ben ik weer terug en daarna ga ik op pad. De route gaat via de kathedraal en door de stadsmuur de stad uit. De weg die ik loop is uitgehakt uit de turfsteen. Als ik de snelweg A12 ben gepasseerd, kom ik op een bijzondere plek. Op een bord staat dat het een Etruskisch en Romeins en christelijk monument is. Door een veld loop ik er naar toe. De route wordt begeleid met de statiën zoals Rooms Katholiek gebruik is. Op de plek aangekomen zie ik wat vreemde constructies van staal en glas. Daaronder moeten de Etruskische tombes zich bevinden. Er is niets van te zien. Van de Romeinen is ook niets te zien. Als ik verder loop kom ik onder de snelweg door. De paden zijn nu zandpaden die veel stof doen opwaaien als een voertuig passeert. Ik passeer een stel met een jongen van ca. 10 jaar. We praten even. Later tref ik ze nog een keer. Ik heb 5 uur gelopen als ik in Vetralla aankom bij de ostello achter de St Franciscuskerk. Ik word ontvangen en krijg meteen te eten, een bord rijst met zuccini en kip. Dan krijg ik een bed en ga me douchen. Vervolgens loop ik het stadje weer in. Een deel ziet er nog net zo uit als in de middeleeuwen. Ik kom Cedric en John Noël tegen. Ze zijn in dezelfde Ostello ingecheckt. Bij de bar drink ik een bier en ga dan de middeleeuwse straatjes in. Verbazingwekkend hoe alles in en op elkaar is gebouwd. Waar ook maar de geringste ruimte is, worden er potten met planten neergezet. Het ziet er schilderachtig uit. Terug in de ostello wordt er gezamenlijk met de andere pelgrims gegeten. Na het eten maak ik een schets en ga dan slapen. Buiten regent het en het onweert.