Trévou-Treguignec – Treguier
Beneden is het ontbijt om 8.30 uur klaargezet voor 12 personen, met versgebakken croissants, meergranenbrood en eigengemaakte jam. Voor we op pad gaan, halen we bij de Vidal supermarkt een appel en een banaan en bij de apotheek pleisters voor de kin van Mariette.
We lopen het dorp uit en gaan het dal in. Het is een ‘marais’ dat volloopt bij extreem hoog water. We klimmen weer omhoog en lopen naar het dorpje Saint-Guénolé. Een klein oud kerkje staat open. We kijken even binnen en gaan dan verder op een aangegeven fietsroute. We lopen door landbouwgebied tot we na twee uur in Penvénan aankomen. Langs de toegangsweg en bij een sporthal staat het vol met geparkeerde auto’s.
Het blijkt dat er in het centrum een grote markt is, een drukte van jewelste. Op het volle terras van een bar zingt een jonge vrouw met trekzak Franse meezingers. Nadat we wat hebben gedronken , halen we bij een bakker een belegd stokbrood en lopen het dorp weer uit. We komen op een onverhard pad en zoeken een plekje in de berm om te lunchen. Het is voor het eerst een zonnige dag. We gaan verder lopen over het rechte pad dat, zoals later blijkt, een oud spoortracé volgt. Vlak voordat we in Treguier zijn lopen we over een oude spoorbrug.
In de verte zien we toren van de Kathedraal. We gaan naar de oever van een rivier en steken deze over via een historische hangbrug. We volgen de andere oever en lopen deze naar de jachthaven. Daar vinden we ook ons hotel. Nadat we ons op de kamer hebben op gefrist, lopen we naar het nabijgelegen historische centrum. De Kathedraal domineert het plein. Er tegenover staan vakwerkpanden, nu veelal crèperies.
Het is nog niet zo makkelijk een beter soort eetgelegenheid te vinden, maar we belanden uiteindelijk tot tevredenheid in Le Bistrot de Ernest (genoemd naar de lokale schrijver Ernest Rennan), voor een heerlijk vismenu. Op de terugweg reserveren we in een klein restaurantje vlakbij ons hotel alvast een tafeltje voor de volgende avond.
Mooie tochten met veel afwisseling!