Sinsheim – Neckarsteinach
Er zitten merendeels bouwvakkers aan het ontbijt. Ook de Polen van gisteravond. Om 7.00 uur stap ik de deur uit. De lucht is blauw en de zon schijnt. Langs een grote begraafplaats loop ik de stad uit. Na een glooiend landschap met mooie uitzichten ga ik een bos in. De schaduw van het bos geeft beschutting tegen de inmiddels flink brandende zon. Na het bos kom ik in Daisbach, een niets zeggend dorp. Ik loop het dorp weer uit en geniet van de uitzichten. Dan gaat het weer door een bos naar Neidenstein. De ruïne van het slot is niet te zien door het groen. Wel sta ik even stil bij de graven van de edellieden die het slot bewoond hebben. Ik daal af naar het dorp. In het oudste deel staat een man voor zijn huis. Als ik aankom vraagt hij waar ik naar toe ga. Nadat ik dat heb verteld, hoor ik dat het vakwerkhuis waar we voor staan 200 jaar oud is. Hij heeft het van zijn ouders geërfd. Het achterste deel van het huis is een grote schuur. Trots laat hij mij zijn collectie historische tractoren zien. Mooi gerestaureerde Porsche tractoren zijn er bij. Ik wist niet dat Porsche tractoren heeft gemaakt. Met een handdruk neem ik afscheid en loop verder. Bij een bakkerij annex supermarkt drink ik koffie en koop fruit. Daarna ga ik naar het postkantoor om een condoleancekaart voor Emke te kopen. Ik loop het dorp uit. Het gaat flink omhoog een bos in. Als ik daarna weer door open. Als ik door het landschap loop, springt een ree op. Hij springt elegant door het hoge gewas. Ik loop door en daal af naar het dorp Spechbach. Bij de ingang van het dorp tref ik een jonge vrouw. Ze zit voor haar huis met sportkleding nog aan. Ze heeft gejogd. Als ze me ziet, spreekt ze me aan. Ze vraagt waar ik heen loop. We praten even. Ze werkt in een instelling die mensen met een handicap helpt om op de arbeidsmarkt te komen. Dan vraagt ze of ik nog iets nodig heb. Ik zeg dat ik wel wat water zou willen. Ze gaat naar binnen en komt even later terug met een literfles gekoeld water. Alstublieft. Ik bedank haar en ga verder. In het centrum van het dorp staan twee kerken. Ertussen ligt een begraafplaats. Ik loop het dorp uit. Na 3 kilometer ben ik in het volgende dorp Lobenfeld. Via een trap loop ik naar beneden. Ik kom bij het klooster. Dit stamt al uit de 12e eeuw. In 1560 is het opgeheven als gevolg van de reformatie. De gebouwen zijn als boerderij gebruikt. De kerk is eerst in tweeën gedeeld geweest. Nu behoort de kerk tot de Evangelisch gemeente. Als ik verder loop kom ik bij een bank onder een boom. Daar ga ik zitten lunchen. Het uitzicht is geweldig. Na de lunch volgt een lang stuk van ca 10 km door een bos en langs de bosrand. Ik kom uit in Dilsburg. Op het hoogste punt van een berg is in de 17e eeuw een burcht gebouwd. Ik loop er door heen en daal dan de berg af. Aan de voet van de berg ligt een camping op de oever van de Neckar. Er staan wat vaste caravans, verder is er weinig activiteit. Nadat ik mijn tent heb opgezet, ga ik wat boodschappen doen. Terug gekomen, ga ik op het terras van de camping zitten eten. Ondertussen schrijf ik mijn verslag.
Geef een reactie