Sézanne Bagneux
In de ontbijtkamer wordt Nederlands gesproken. Aan één tafel zit een ouder echtpaar uit Amsterdam. Aan een andere zit een jonger Belgisch stel dat Nederlands spreekt. De Belgen lopen van Reims naar Vezelay en slapen vanavond op hetzelfde adres als ik. Uiteindelijk wordt het 9.00 uur voor ik vertrek. Het is inmiddels gaan regenen. Bij de gemeentecamping volgt de route een “parcours de santé”. Na een tijdje krijg ik het gevoel dat ik verkeerd loop. Er is geen enkele aanwijzing waar ik ben. Met behulp van mijn kompas bepaal ik de richting en loop dwars door de begroeiing in de kompas richting. Als ik op een pad uitkom weet ik ongeveer waar ik ben. Het pad komt uit in een gehucht Vendey en dat ligt weer op de route. Ik loop verder naar Saudoy, een ciderdorp. Er is in het dorp een café en het is koffietijd. In de hoek van het café staat een tv aan. Als de meteo voorbij komt blijkt dat het de hele komende week kwakkelen wordt. Ik ga weer verder. Aan de rand van het dorp raak ik aan de praat met een man die de hond uitlaat. Na wat praatjes over de hond, een bordercollie, weet hij te vertellen dat er al meer pelgrims de afgelopen week zijn gepasseerd. En ik moet vooral het boek van Ruffin lezen, ook een pelgrim. Met een “bon courage” ga ik vol goede moed verder. De volgende 13 kilometer volg ik een ongebruikt spoorlijntje dat door gloeiend akkerland gaat en uitkomt in Anglure. Het duurt 3 en een half uur en is erg saai. De laatste 4 kilometer gaat het langs een kanaaltje. Om 16.30 uur ben ik in Bagneux bij de familie André en Agnes Benoist. Ik krijg een biertje aan de keukentafel en ik praat ondertussen met Agnes. André komt later. De kamer wordt me gewezen waarna ik een douche neem. Even later komen 3 Belgische pelgrims aan. Ik heb er twee vanmorgen gezien, Eric en Lieve. De derde is Anne. Vanaf 20.00 uur zitten we met zijn zessen rond de tafel te eten.
Eric is met een ‘C’
Groeten,
Klara (dochter van)
Dank voor je reactie. Ik zal het direct corrigeren.