Sarria Portomarin
(dit verslag van Menno’s eerste dag op de Camino is grotendeels door hem geschreven)
Om 7.00 uur staan we op. Bij een bar in de buurt ontbijten we en tegen 8.00 uur gaan we op pad. We lopen het eerste stukje langs het spoor richting de officiële route. Het is niet moeilijk de route te volgen, want we lopen in een stroom andere wandelaars naar de volgende plaats. Na 5 km ligt de eerste bar maar omdat we pas een uurtje onderweg zijn besluiten we de koffie uit te stellen tot de volgende plaats. Het eerste stuk heeft een aantal redelijke klimmetjes, maar het is nog vroeg en de temperatuur is prima. Bij de volgende bar drinken we een café americano aan een tafel met een Nederlandse jongen die vertelt dat hij 50 km per dag loopt, bij wijze van sportieve uitdaging. Ik vind het wel knap van hem, maar onze pelgrim vindt het gekkenwerk. Gedurende de dag merk ik dat mensen die op een dergelijke manier de uitdaging zoeken de ware aard van de tocht niet helemaal respecteren. Een pelgrim heeft de tijd. Hij respecteert daarbij dat niet alles te plannen valt en daar heeft hij vrede mee. Na de koffie lopen we verder over de bospaden, maar nog steeds in colonne. Het is druk op de weg en dat zal niet minder worden. Bij het paaltje dat aangeeft dat het nog 100 km is naar Santiago maakt een Amerikaan in monnikspij een foto van ons. Bij bar Morgada is het tijd voor koude cola. Het is er een drukte van belang. We treffen bekenden van papa, Gene en zijn broers, en ik geef ze een hand. Ook oude mannen, maar deze hebben baarden. Ik begin hier mijn voeten te voelen. De eerste 12 km laten zich voelen voor de ongetrainde voeten van deze toeripelgrim. Toch gaat het nog best en na de cola sluiten we weer in de rij. Na de herberg van Ferreiros wordt het rustiger op de weg. De meesten lijken te blijven bij deze herberg. Ondertussen wordt de zon warmer en lopen we door. Ik leer meer over dagjespelgrims, fietspelgrims en echte pelgrims. Gelukkig ben ik met een echte. Het schijnt zelfs dat het verhaal van de pelgrim uit Maastricht bekend is hier in de meute. Ik voel me vereerd, maar voel een zekere druk. Om 14.00 uur komen we aan in Portomarin. De eerste herberg is vol, maar de tweede heeft nog plek voor ons. Na de was en een douche drinken we bier met uitzicht over het stuwmeer. Niet rot. De eerste dag levert een inzicht in de Camino, spierpijn in mijn bil en een slaapplek in een zaal met 119 anderen. Het bier smaakt en morgen doen we het nog een keer. Ik denk dat je hier, bij voldoende lichamelijke training, best aan kunt wennen. We eten a la carte op de bovenverdieping van restaurant Mirador. Als we vervolgens buiten komen zitten Toni en Louisa op het terras. We gaan bij ze zitten om bij te praten. Vervolgens lopen we naar het centrum. Op de Plaza Mayor is een podium waarop Galicische dansen worden uitgevoerd op typisch Galicische doedelzakmuziek. We kijken in de kerk en nemen dan afscheid van Toni en Louisa. Terug bij de herberg werken we de site bij.
Geef een reactie