Om 6 uur stap ik de deur uit en begin aan de klim die ik gisteren niet meer wilde ondernemen. Boven gekomen heb ik wel een beetje spijt van die beslissing. San Miniato Alto is veel mooier damn Basso. Op het centrale plein. Is een bar open dus bestel ik daar koffie en een broodje. Op het terras zit een vrouw met rugzak. Dat zal een loper zijn denk ik. Als ik even later het stadje uit loop kom ik haar weer tegen. We groeten elkaar en lopen vervolgens met elkaar verder. Zij is Française die al 30 jaar in Valencia in Spanje woont. Ze geeft op een school Franse les en ze heet Francoise. Het is bewolkt en benauwd. We lopen door een mooi Toscaans heuvellandschap. Op enig moment is de weg afgesloten. Als we langs de afzetting zijn gelopen, zien we de reden. De weg is ingestort maar we kunnen er te voet wel langs. De lucht wordt donkerder en het gaat onweren. Even later vallen er wat regendruppels. Op een gegeven moment treffen we een andere loper. Hij doet de regenhoes om zijn rugzak. Wij doen het ook. Als we in een dorp komen, denken we er een bar te vinden maar die is er niet. Bij een niet meer gebruikte kerk pauzeren we. Er is een picknickplek met waterkraan. Vervolgens komen we in een mooi glooiend landschap met graanvelden. We komen de andere loper weer tegen. We praten even en lopen verder. Als we daarna een lange klim hebben gehad pauzeren we even. Dan komt de andere man weer aanlopen. Hij heet Fabricio en loopt naar Sienna. Gedrieën lopen we naar Gambassi Terme. Als we daar in een bar wat gaan drinken treffen we daar Poalo waarmee ik eerder een kamer deelde. Hij wil doorlopen naar San Germinano. Wij gaan nadat de baas ons een stempel heeft gegeven verder naar de B&B waar Francoise en Fabricio hebben gereserveerd. Ik kan de kamer met Fabricio delen. Na het douchen lopen we het stadje in. Het ligt mooi op een berg. In de verte is San Germiniano te zien. We eten met zijn drieën beneden de kamer. Dan gaan we naar de kamer en gaan slapen.