Als ik het hotel verlaat, is het regenachtig. Ik loop de stad uit via een lange weg. In het trottoir is de jakobsschelp aangebracht. Via wat voorsteden kom ik weer in de open velden. In het dorp Essigny le Grand drink ik koffie in de bar tegenover de kerk. De aanwezigen zijn nieuwsgierig en ik vertel wat ik doe. Met een “Bonne route” neem ik afscheid en loop het dorp uit. Bij het naderen van het volgende dorp Montiscourt-Lizerolles begint het te regenen. In de tunnel onder het spoor breng ik de regenhoes om de rugzak aan. Ik loop het lege dorp door. Weer onder het spoor door en vervolgens langs het spoor. Ik zit weer op de oorspronkelijke route. Bij een kanaal aangekomen pauzeer ik voor de lunch. Het gaat regenen als ik verder loop. Over de oever van het kanaal kom ik bij een sluis. Als ik denk dat de sluis niet meer wordt gebruikt komt er een schip aan. Verder lopend hoor ik in het bos stemmen. Er blijkt een heel peloton militairen in de bossen te zitten. Ik spreek er een paar. Het zijn rekruten op oefening. Ik loop verder en blijf het kanaal volgen tot ik in Tergnier ben. Ik ga op zoek naar een slaapplaats. Eerst probeer ik het bij het enige hotel. Helaas het is vol. Dan probeer ik de nummers in de gids te bellen. Dit levert niets op. In de bar vraag ik of iemand wat weet. Uiteindelijk zet ik de tent op bij een meer net buiten het dorp. Zodra hij staat gaat het weer regenen. Ik kruip in de tent en breng er de nacht door.