Saint-Léonard-de-Noblat Limoges
Christian opent de luiken en roept “Merde”, het giet van de regen. Aan het ontbijt heeft iedereen het over het weer. Ik bereid me voor op een natte dag en ga als eerste de deur uit. Eerst een stuk langs de Vienne, en dan omhoog. In de verte zie ik de ezelman lopen. Hij volgt een andere route. Twee uur lang stort de regen naar beneden. Dan wordt het wat minder. Als ik me van mijn poncho wil ontdoen begint het weer. In Aureil is de kerk open. Ik ga binnen op een stoel zitten. Er ligt een “livre d’or” waar ik een positieve tekst in schrijf. In het dorp is verder niets dus loop ik verder en bereik Feytiat. Het is een slaapstadje niet ver van Limoge. Achter de Mairie, in een wat kitscherig paleisje, ligt een mooie openbare tuin. Ik ga er op een bankje zitten om te lunchen. Dan barst de regen weer los. Ik schuil onder het baldakijn boven de ingang van de Mairie. Als de regen aanhoudt hul ik mij weer in het rood en ga op pad voor de laatste kilometers naar Limoge. Een historische brug over de Vienne en een steile klim omhoog, door middeleeuwse straatjes, brengen me bij de kathedraal Saint Etienne. Vanwege de regen loop ik direct naar binnen en ga op een bank zitten. Iemand tikt me op de schouder. Het is een dienstdoende supoost. “Vous ête pelerin” vraagt hij. Als ik dat bevestig krijg ik allerlei adviezen en een stempel in de Credencial. Ik wil 2 nachten blijven maar bij de “Soeurs Franciscaines” mag een pelgrim slechts 1 nacht blijven. Ik ga naar het Office de Tourisme en regel een hotelletje “Moin Cher”, oftewel goedkoop. Op de kamer is wifi dus werk ik blog en mail bij. Daarna ga ik wat drinken en eten.
Geef een reactie