Ik vertrek om 7.00 uur uit Robbio. Eerst heb ik koffie gedronken in het café samen met de Italiaanse fietser en ik heb voor onderweg brood en water gekocht. De lucht trekt langzaam helemaal schoon. Als ik om kijk zie ik in de verte de besneeuwde Alpen. Na anderhalf uur lopen ben ik in het dorp Nicorvo. Bij de kerk ga ik op een bank zitten en rits de pijpen van de broek. Door de rijstvelden gaat he dan weer verder. Rond 11.00 uur ben ik Montara. In een bar met Wifi neem ik even tijd om wat mails te beantwoorden. Als ik daarna de kerk heb bekeken zie ik dat bij één van mijn schoenen de zool begint los te gaan. Ik besluit naar een schoenmaker te gaan. Als ik die gevonden heb, is hij bereid het probleem op te lossen. Over 2 uur is het klaar belooft hij. Ik ga vervolgens op zandalen op zoek naar de Abdij van Sant Albino, al meer dan 1000 jaar pleisterplaats voor pelgrims. Als ik er ben zie ik op de deur staan dat ze om 15.00 uur open gaan. Ik bel toch maar. Er wordt open gedaan door een vrouw. Ik leg uit dat ik mijn rugzak wil stallen om na 15.00 uur terug te komen. Ze gaat akkoord en zo loop ik weer de stad in. Het is inmiddels tijd van de middagsluiting. Ik kijk wat rond en ga met een ijsje op een bank zitten. Dan doe ik wat boodschappen voor morgen en ga naar de schoenmaker. Hij heeft de schoenen klaar staan. Als ik vraag wat het kost zegt hij “Niets. Voor een pellegrino is het gratis”. Ik dank hem hartelijk en loop weer naar de Abdij. Daar zijn inmiddels de 3 dames aangekomen waar ik al een paar nachten mee in dezelfde plek verblijf. Later komt er nog een Nederlands stel en een Duitse man met een éénwielige kar. Hij is op weg naar Jeruzalem. Met het hele gezelschap gaan we aan tafel om te eten. De vrouw die hier de organisatie doet en de maaltijd bereid, geeft iedereen nog een stempel en dan gaan de luiken dicht.