Het belooft een prachtige dag te worden. Als ik de deur uitstap ben ik bijna meteen op de route. Over het pad langs het kanaal waarop ik vanaf het noorden Reims ben binnen gelopen, loop ik nu in zuidelijke richting de stad weer uit. Meer dan 10 km blijf ik langs het kanaal lopen. Er wordt veel gefietst, gerend en gelopen en de meesten groeten. Een oudere renner stopt en vraagt hijgend waar ik heenga. Ik vertel het en dan maant een ander om door te rennen. Er wordt ook veel gevist. Twee jongens hebben er hun tent bij gezet en het gezellig samen. Ze bieden mij een boterham aan die ik afsla. Op hun vraag waar ik heenga vertel ik. Ze zijn onder de indruk. Ik ga verder en denk: het is met vissen net als met kamperen. Je kunt zeggen dat je het doet en hoeft dan niets te doen. Ik passeer de sluis bij Sillery en pauzeer op een bankje.als ik even later verder ga zie ik dat er een verbreding met jachthaven aan het dorp ligt. Het dorp ben ik snel door en kom in de wijnvelden van de Champagne. Het gaat meer en meer op en neer. Ik kom in Verzenay en zie de namen van de champagnemerken. Er is een bierfeest dit weekend. Ik drink koffie in een bar en maak een opmerking. Kom ik in een Champagnedorp is er bierfeest. Het antwoord is: wij hebben het hele jaar Champagne en willen een keer wat anders. Ik loop met deze logica het dorp uit. Bij een parkeer plaats staat een eetwagen. Ik stop en eet wat als lunch. Het volgende dorp is Verzy. Net als het vorige dorp aan de voet van een heuvelrug. Vervolgens klim ik de bergrug over en kom aan in Trepail. Ook weer Champagne wat de klok slaat. Ik kijk in dit dorp naar een plek om te slapen. Het is uitgestorven dus zoek ik een plek voor de tent. Ik vind bij de camperplaats een plek en zet de tent op. Met het zonnetje er bij is het geen straf. Ik eet wat in de rugzak zit en ga vroeg naar bed.