Portomarin Portos
Op een zaal met 120 bedden begint de ochtend vroeg. We blijven liggen tot de massa is vertrokken. Nadat we als laatste de herberg verlaten hebben gaan we eerst ontbijten bij een bar in de buurt. We lopen daarna zonder onderbreking 8 kilometer naar Gonzar. Bij de bar drinken we koffie en eten een broodje. Na een tijdje komen Toni en Louisa aanlopen. Ze komen bij ons zitten. We gaan na de koffie weer op pad. Menno en ik lopen wat sneller dan Toni en Louise. Via Hospital de Cruz lopen we naar Ventas de Narón. Ook daar komen Toni en Louisa na ons aan. We drinken samen wat en dan lopen wij verder. Het is aangenaam weer om te lopen, niet te warm. Door een glooiend landschap lopen we naar Ligonde en Areixe. Bij een restaurant stoppen we om te lunchen. Het restaurant heet “Waldemar”. Volgens een groot paneel aan de muur was Waldemar een beroemd magiër. Hij verrichte door hypnose wonderen. Na het eten lopen we nog een uur naar Portos. Dit bestaat uit 2 herbergen. We stoppen bij de eerste met de toepasselijke naam “El paseo del formigas” (de wandelende mieren). Er is voor ons nog een bed beschikbaar op een kamer met 8 bedden. Na een douche gaan we buiten zitten met een biertje. Er staan grote beelden van mieren op het terras. We treffen 2 Nederlandse dames. Terwijl we uit zitten te rusten zien we nog steeds pelgrims voorbij trekken. Om 20.00 uur bestellen we een maaltijd. Groentesoep, vlees en een toetje.
(Opmerkingen van Menno) Ondanks de relatief gemakkelijke route merk ik de ongetraindheid. Mijn voetzolen zijn beurs en mijn knie doet wat pijn. We halen de 20 km en stranden bij een mooie rustige herberg in Portos. Dit spreekt me meer aan dan de massale slaapzaal van gisteren. De avonden bij de herberg spreken me wel aan van het Caminoleven. Lopen is leuk als het niet te veel pijn doet. Aan het einde van vandaag deed het toch wel pijn, dus de herberg doet me goed.
Geef een reactie