Paimpol – Kevalec
We verlaten het hotel om in een bar tegenover de haven te ontbijten met een Croque Monsieur. Bij de boulangerie naast het hotel kopen we wat viennoiserie en een stokbrood. We lopen via wat straatjes naar de GR34 langs de kust. Na 4 km bereiken we de Abbaye de Beauport.
De gebouwen, deels ruïne, liggen er schilderachtig bij en zijn te bezoeken. Daar hebben we helaas geen tijd voor, maar we willen wel koffie. Het cafeetje is echter pas om 13.00 uur open. We vervolgen de GR34. Al meteen klimmen we in de bossen omhoog. We zien niets van de Oceaankust. Het pad blijft in de bossen en blijft stijgen en dalen. We bereiken een oesterkwekerij waar tot onze verbazing een gezellig terras aan zee aanwezig is. We gaan er koffie drinken en kijken over de Oceaan. Een medewerker vertelt ons over het bedrijf dat oesters uit de zee oogst, ze wast en verpakt voor transport.
We gaan verder met het pad. Het klimmen en dalen zonder kust te zien bevalt ons niet. Zodra we bij een toegangsweg naar het strand Boulgueff komen, verlaten we de kust. Door de buitenwijken van Plouézec lopen we zuidwaarts. Voordat we weer naar de kust lopen, eten we zittend in de berm ons chocoladebrood.
Via een fietsroute komen we langs de kapel Saint-Paul. Deze is open en een vrouw nodigt ons om binnen te kijken. Wegens gebrek aan priesters wordt er slechts eens per jaar een dienst gehouden. Ik maak een foto van het beeld van Saint Guillaume, we geven een kleine donatie en nemen hartelijk afscheid van de vriendelijke mevrouw.
We lopen naar de zonovergoten baai van Bréhec. Het is er druk op het strand en bij de jachthaven. We drinken op een terrasje cider en bier. Daarna klimmen we uit de baai omhoog. Het is dan nog anderhalf uur lopen naar het Domeine de Kevalec. Onderweg wordt gebeld met de vraag hoe laat we komen. Om 18.00 uur is onze inschatting. Via internet hebben we een tafel in het restaurant gereserveerd. Nu horen we dat het restaurant gesloten is.
De laatste kilometers moeten we flink doorlopen om op tijd aan te komen. Het meisje van de receptie heeft geen oplossing voor een maaltijd. Op de bovenverdieping van het oude landhuis krijgen we een appartementje. We zien er verder niemand, met het krakende houten trappenhuis en de verveloze luiken voelt het als een huis uit een Hitchcock film, zeker als ook nog de elektriciteit uitvalt. Er zijn geen handdoeken, maar gelukkig wel voor ieder van ons een vaatdoekje…..
Met wat er nog in de rugzak zit, weet Mariette een driegangen maaltijd klaar te maken: een kopje Cup-a-soup preisoep, het stokbrood uit Paimpol met makreel uit een blikje dat Mariette uit Nederland had meegenomen. Na het eten lopen we een rondje over het Domein. Er staan tenthuisjes en vakantiehuisjes, er is een tennisbaan en een zwembad. Terug op de kamer delen we als dessert een banaan en drinken we koffie met een koekje.
Wat een fijn blauwe lucht en mooie foto’s!