Ozu – Uchiko
Bijna twee uur heb ik nodig, voordat ik de kakofonie van de Japanse commercie achter me heb gelaten. Als iedereen schreeuwt om aandacht, heb je die nergens voor. Bedrijven, winkels, hotels, gokhallen, bioscoop, het doet allemaal mee. Ondertussen kijk ik met argusogen naar mijn hakken. Ze lijken voorlopig op hun plaats te blijven. Al snel dient het eerste bergje zich aan. Ik kom uit in een ruim, groengebied aan de rand van een stadje. Er is ook een zwanenvijver. Het vervolg van de route gaat door de hoofdstraat. Na het stadje gaat het een dwarsdal in en verder omhoog. Als ik even zit te pauzeren loopt de stuurse man weer voorbij. Met een groet loopt hij door. Als ik weer een stuk heb gelopen, tref ik hem bij een rust plek. Ik spreek hem aan. Hij begint nu ook te praten. Ik begrijp dat dit de 4e keer is dat hij de tocht loopt. Hij stapt weer op, waarna ik nog wat drink en even blijf zitten. De omgeving is al behoorlijk groen en bergachtig met af en toe een groepje huizen. Na zevenenhalf uur lopen kom ik aan bij het slaapadres, een minshuku. Juist als ik aankom komt er nog een henro aan. Het is een Japanner. Hij gaat meteen in gesprek met de gastheer. Ik zit er bij, maar snap niets van het gesprek. Op een goed moment wordt duidelijk gemaakt dat ik de rugzak af kan doen. Het gesprek in het Japans gaat nu over de route. Ik denk voor morgen. Maar dan staat de henro op en mij wordt duidelijk gemaakt met hem mee te gaan. Ik begrijp niet wat de bedoeling is maar volg de henro. Ik probeer te vragen wat de bedoeling is. De henro spreekt alleen Japans. Met de vertaalapp van google kom ik ook niet verder. Wel kom ik er achter dat hij Hayashi heet, 68 jaar is en uit Kyoto komt. Maar waar we heen lopen is mij een raadsel. Uiteindelijk lopen we een kleine 10 kilometer. De gastheer pikt ons op met de auto en rijdt terug naar het slaapadres. Een wandelingetje als tijdverdrijf, nadat ik al zeven en een half uur had gelopen. De Japanners blijven met elkaar in gesprek. Op een gegeven moment vind ik het wel genoeg en trek e terug op mijn kamer.
Ha Wim, ik zit heerlijk je verhalen te lezen. Twee jaar geleden zag ik je vandaag in St Jean Pied de Port, oh ik heb heimwee naar die tijd, wat was het heerlijk om te lopen! Maar 10 km extra lopen voor de lol, vreselijk! ik zie het helemaal voor me hoe je met die vent mee liep en maar steeds dacht ‘wat zal hij nou bedoelen’. Hier thuis op de bank moet ik er heel erg om lachen, maar ik kan me indenken dat het op dat moment voor jou heel irritant was. Wel een hilarisch verhaal!
Goeie tocht, ik ga weer verder lezen! Liefs van Femke