Oberderdingen – Sinsheim
Na het ontbijt reken ik af en vertrek. Het is rond 8.00 uur als ik vertrek. Het is half bewolkt maar warm genoeg om in t-shirt te lopen. Voor ik het dorp uitloop kom ik op het kerkplein. Er staat een beeld en een informatiebord. Vanaf de 12e eeuw wordt jaarlijks Lichtmis groots gevierd. Ik loop de stad uit richting Flehingen. Het landschap wordt bepaald door glooiende akkers. Fllehingen ligt in een langgerekt dal. Ik passeer het station en een grote katholieke kerk en daal af om aan de andere kant weer omhoog te klimmen. De zon heeft inmiddels de overhand gekregen. Reden om de broekspijpen af te ritsen. De route volgt nu de loop van een riviertje. Ik bereik Gochsheim. Het beeld van het dorp wordt gedomineerd door een kerk en een slot. Deze staan op een uitstekende rotspunt. Ik klim omhoog en loop naar de kerk. Ondertussen lees ik dat in 1698 een groep Waldenzen aan de rand van het dorp werden gevestigd. Zoals meestal werden ze gehuisvest in houten barakken. Deze werden dan later door stenen huizen vervangen. Zover is het in Gochsheim nooit gekomen. De Waldenzen gingen al snel naar andere plaatsen omdat er meer werk was. Ik loop naar beneden het dorp uit. Er volgt een traject langs een spoortje naar Menzingen. Daar aangekomen ga ik bij de bakker pauzeren met koffie en een broodje. Als ik daarna het dorp uitloop kom ik langs een kasteelruïne. Een beetje verscholen achter een manege en in het groen staan de stoere steenresten te getuigen van een heldhaftig verleden. Daarna gaat het verder door de glooiende landerijen. Ik klim een heuvel op. Boven gekomen, zie ik een ouder echtpaar in de laadruimte van een geopende auto zitten. Nog voor ik ze heb aangesproken krijg ik een glas water in de hand. Ze kijken glunderend toe als ik het glas in één keer leeg drink. Ze zijn hier speciaal gaan zitten om passanten drinken te geven. Ik zeg dat ik het Hugenotenpad loop en wijs op de routeaanduiding op de boom naast de auto. Ze weten er niet van. Ik bedank ze en loop verder. De zon wordt steeds warmer als ik in Tiefenbach aankom. Dit dorp ligt tussen de wijnvelden. Ik loop omhoog het dorp uit. Ik wijk af van de route die het dal volgt. Via de wijnvelden loop ik naar Eichelberg. Daarna gaat het door een bos. Dit geeft wat beschutting tegen de zon die nu flink brandt. Om 17.00 uur ben ik in Sinsheim. Ik zie de Concorde in de verte staan bij het bekende techniekmuseum. Bij de VVV informeer ik naar een slaapplek. Ik kom terecht bij Hotel zum Prinzen. Nadat ik mijn kamer heb betrokken loop ik naar een Turk en bestel een maaltijd. Terug bij het hotel zit ik nog even met een paar Polen te kletsen op het balkon.
Internationaal bezig Wim in Duitsland lopen Turks eten en praten met Polen. Je maakt wat mee jij.
pim, de wereld is een dorp. Groeten