Molinaseca Cacabelos
Het is zwaar bewolkt als ik de herberg om 7.15 uur verlaat. De bergen, waar ik gisteren over ben gegaan, blijken een duidelijke scheiding tussen de warmte van de Meseta en het koelere, natte weer van Gallicië. In een uur loop ik naar Ponferrada. In de bar bevalt het me. Ik schrijf terwijl ik ontbijt. Na een klein uurtje ga ik weer verder. De route gaat langs een groot 12e eeuws Tempelierskasteel en vervolgens door het historische centrum. Het kost vervolgens een uur om de stad, via uitgebreide woonwijken, uit te komen. In het voorstadje Columbriados neem ik nog een kop koffie en loop daarna via Fuentes Nuevas, waar ik bij de kerk een stempel krijg, naar Camponaraya. Daar houd ik een pauze op een bank bij een drinkwaterbron. Velen die ik vanmorgen eerder zag, komen voorbijlopen. Als ik het lange dorp uitloop vallen er wat druppels. Een nieuwe brug over een snelweg brengt me tussen wat kleine wijngaarden. Dan begint het serieuzer te regenen. Uiteindelijk zo dat ik de poncho uit de rugzak moet halen. Cacabelo ligt in een dal aan een rivier. Ik moet door het hele dorp lopen om aan de overkant van de rivier bij een kerk de Albergue te vinden. Van buitenaf is hij niet te zien. Op een originele manier is rondom de kerk een serie kamertjes tegen de binnenkant van de muur rond de kerk gebouwd. Ik deel een kamer met Gene, een Amerikaan van mijn leeftijd. Na een douche en de was wil ik het dorp inlopen. Een zware bui houdt me nog even tegen. Als die voorbij is ga ik alsnog. Bij een bar Aitor zie ik op het terras James zitten die ik al eerder in León zag. Hij moet verplicht 2 dagen niet lopen op advies van een dokter. Zijn voeten zijn kapot. Op het terras staat een tv en ik zie de F1. Dan bestel ik wat te eten en werk ondertussen aan mijn verslag. Er valt regelmatig een bui. Ik zit goed onder een scherm. Terug bij de herberg blijken Toni en Louisa ook te zijn aangekomen. In de avond gaan we het stadje in op zoek naar een restaurant. Specialiteit hier is Pulpo a la Gallega. Bij een restaurant met de naam De Apostel staat het op de kaart. Inktvis met paprika in olijfolie. Na het eten nemen we een drankje in een bar en gaan vervolgens naar de herberg om te gaan slapen.
Wij vinden dat je reuze snel gaat.
Gr. Bob en Len
Hallo Bob en Len, alles goed? Met mij gaat het prima. Het loopleven is een vrij leven. Ik ga echt niet snel in vergelijking met wat ik om me heen zie. Ik loop 5 a 6 uur per dag. Er zijn “pushers” die het dubbele doen. Groet Wim