Jordi blijkt een notoire snurker. Een paar keer wordt het me te gek. Ik schop tegen zijn bed. Het helpt. Na deze onrustige nacht ben ik vroeg op. Om 7.30 uur verlaat ik het klooster en vervolgens de stad. De weg gaat omhoog zodat ik af en toe mooi zicht heb op Laredo en de baai. In een kleine 2 uur ben ik in Liendo waar ik in een bar ontbijt. Het dorp uitlopend gaat het weer omhoog de berg La Magdalena op. Ook nu volgt na de klim de afdaling. Ik kom regelmatig pelgrims tegen. Een Spaans, Duits en Zweeds stel en 3 Franse mannen. Ook een aantal die groeten maar niet stoppen voor een praatje. Een stuk landinwaarts steek ik de rivier over. Ik herken de monding van vakanties. Dan gaat het weer naar de kust. In Islares is het weer tijd voor een pauze. Clara con lemon en een broodje ham en kaas doen me goed. Het pad gaat vervolgens door weilanden (toe- en uitgang middels hekken) vlak langs de kust. Bij het binnenlopen van Castro Urdiales komen twee vrouwen naar me toe. Ze vragen waar ik vandaan kom en hoe ik gelopen ben. Ze komen uit Noorwegen en beginnen morgen te lopen. Ik vertel ze wat ze willen weten en vraag of ze ook in de herberg slapen. Ze gniffelen wat en bekennen dan dat ze in een 4 sterren hotel slapen. Ik ga naar de herberg achter de Plaza de Torros. Deze is nog niet open. Ik zet mijn rugzak naast die ene die er al staat en ga de Arena bekijken. Ik kan binnen omdat er onderhoudswerk wordt gepleegd. Omdat er geen bar in de buurt is ga ik bij de herberg zitten. De man van de rugzak komt na een tijdje terug. Het is een Spanjaard. Met wat Engels en Spaans hebben we een soort van gesprek. Er verzamelen zich ondertussen steeds meer pelgrims. De Spanjaarden zijn in de meerderheid. Als ik een bed heb en ben gedoucht loop ik naar het centrum van Castro Urdiales. Het is een oud stadje dat al voor de Romeinse tijd is ontstaan. Op een vooruitstekende rots staat een vroeg gotische kathedraal Santa Maria. Ik bekijk het bijzondere interieur. Naast de kerk staat een kasteel. Om 18.00 uur gaat het open. Ik bekijk de expositie over de strijd tegen Napoleon. Ik wist niet dat hij hier ook op veldtocht was geweest. Alle tekst is in het Spaans. Ik stel me tevreden met de plaatjes en de attributen. Op één van de torens van het kasteel is een vuurtoren gebouwd. Deze is te bezoeken via een gevaarlijke trap. Daar voel ik niet voor dus loop ik de stad weer in. Om wat te eten te krijgen moet ik wachten tot 20.30 uur.

Klik hier voor de foto’s.