La Isla Ribadesella
Zonder ontbijt begin ik te lopen. Ik hoop dat ik een bar tegenkom. Dat gebeurt pas nadat ik 2 uur heb gelopen in het gehucht Berbes. De eerste uren gaan vlak langs de kust over de rotsen en door weilanden. Bij elke baai is het uitzicht prachtig. Met een klim kom ik bij de bar in Berbes. Ook hier tref ik jongelui uit Duitsland. Het zijn Spanjaarden en Duitsers die de meerderheid vormen op de Camino del Norte. Om 10.30 uur vervolg ik mijn weg. Tot San Esteban blijf ik langs de N-632 lopen. Ik pauzeer bij de kerk van San Esteban. Ernaast is een herberg in een oude school. Dat heb ik vaker gezien. Ik ga verder volgens de route en kom na een uurtje in Ribadesella. In een bar bestel ik een bocadillo jamon. Het is een half brood dat men me voorzet. Als ik weer verder wil gaan voel ik protest in de knieholte. Vanaf de pauze in San Esteban voelde ik onder het lopen al een spier trekken in de knieholte. Dat is een teken dat ik moet afzien van de tweeënhalf uur die ik nog wilde doorlopen. Ribadesella is een leuk stadje aan zee dus ik geef me graag gewonnen. Als ik de lange brug weer terugloop op zoek naar een slaapplek spreekt een man me aan. Hij wil me wel een slaapplaats geven en neemt me mee naar een groot huis aan de overkant van de straat. Binnen zit een oude vrouw. Hij kletst in het Spaans met haar en even later heb ik voor 10 Euro een privékamer. Het is wel een rariteitenkabinet. Na een douche en een siësta ga ik de stad verkennen. De rivier is erg breed en deelt de stad in tweeën. Het deel waar ik ben en waar het grote strand is heeft een residentieel karakter. De overkant bevat de centrumfuncties. Daar vind ik een bar met Wifi. Ik schrijf er mijn verslag en werk mail en site bij. Om 20.30 uur zoek ik een restaurant om wat te eten en ga dan naar mijn kamer.
Geef een reactie