Guernica Marnika
Ik vertrek als Jean-Piere nog ligt te lezen. Hij gaat een uur later weg. Eerst koffie en dan omhoog de stad uit. Het is droog maar de wolken hangen over de bergen gedrapeerd. Ik hoop dat het droog blijft. Langs de weg loop ik naar Marniz. Vandaar gaat een slingerende weg naar Olabe. Ik pauzeer bij een bruggetje en de zon is gaan schijnen. De camino volgt het riviertje en ik de camino. Het pad is blubberig en gaat berg op en af. Bij een splitsing praat ik met een oude man die, ondanks dat ik zeg er niets van te begrijpen, doet alsof ik Baskisch kan verstaan. Door het gezwaai van zijn armen weet ik waar ik heen moet. Even later ben ik bij een kleine kapel die naar Santiago is genoemd. Verder lopend kom ik een aantal pelgrims tegen. De één na de ander vraagt of ik terug loop. Ik praat wat met ze en loop verder. In Munitibar ga ik bij een bar koffie drinken en een bocadillo eten. Bij het uitlopen van het dorp zie ik iemand met een rugzak voor mij dezelfde kant op lopen. Als hij stopt om met een tegenligger te praten haal ik hem in. Vanaf dat moment lopen we samen verder. Het is Vincent uit Clermontferrant. In het dorpje Bolibar is een klein museum van gewijd Simon Bolivar. Hij was afstammeling over 5 generaties van de familie Bolivar. Zelf in Zuid Amerika geboren en getogen. Vincent en ik bekijken het museum en lopen dan verder. In Iruzubiete lopen we 2 Engelse meisjes tegemoet. De één loopt op blote voeten. Meer vakantiegangers dan lopers. We kletsen wat en gaan dan verder om even later Markina binnen te lopen. De herberg is in een mooi kloostergebouw. Douchen, wassen en dan naar de bar. Achter een bier beschouwen Vincent en ik de wereldproblemen. We weten het wel te duiden. Vincent heeft een positieve levenshouding. Met een klein muziekinstrument weet hij steeds op het goede moment wat klanken te produceren. Hij zit op de kunstacademie en wil het liefst beeldhouwer worden. We lopen tegen etenstijd het oude stadje in. Opvallend veel Afrikanen in het dorp. In een park klinken de Afrikaanse Bongo’s. We vaan naar een restaurant en bestellen een menu. Na het eten regent het pijpenstelen. In het park is het stil. We rennen naar de herberg en gaan naar bed.
Geef een reactie