Om 9.00 uur stap ik de regen in. De lucht is egaal grijs. Omdat ik gisteren al bij de waterval ben geweest, loop ik daar niet meer langs maar ga meteen de straat uit. Een klein stukje langs het spoor en dan ga ik de bossen in.

De onverharde weg slingert naar beneden. Het water stroomt als rivier de weg over. Op de tenen tippel ik er door. Lager pak ik de route weer op. Omkijkend zie ik de stad hoog op de bergrand staan. Met de zon erop zou het een prachtig beeld zijn.

Ik loop door uitgestrekte fruitboomgaarden. Kiwi’s, kersen en noten komen het meest voor. Een kilometer verder word ik geconfronteerd met een kolkende watermassa die de weg over stroomt. Daar kom ik niet droog voorbij. Ik besluit terug te gaan en loop richting de verkeersweg. Bij een groot gebouw van een fruithandel sla ik een landweg in die parallel aan de hoofdweg loopt. Ik passeer het dorp Rozari. Daar hoopte ik op een café of bar maar die vind ik niet.

Ik loop verder onder de paraplu. De weg komt uit op de hoofdweg. Deze steek ik over en ga vervolgens naar her dorp Sebastiana. Daar vind ik een bar. De eigenaar en zijn vrouw spreken Engels. We praten over het weer en de wegblijvene klanten door Covid. Daarna loop ik naar Skydra en ga er op zoek naar Hotel Adonis. Als het gevonden is, meld ik me bij de balie en even later zit ik op de kamer. Na een warme douche ga ik de stad in. De sfeer lijkt met de regen weggespoeld. Geen mens op straat en lege terrassen. Bij een supermarkt koop ik wat brood en yoghurt voor het ontbijt morgenochtend en wat voor onderweg.

Terug op de kamer lees en schrijf ik wat. Rond 19.00 uur ga ik naar een restaurant en vraag de ober een maaltijd van de streek. Ik krijg twee burgers, rijst, friet, salade en brood. Het is genoeg voor een gemiddeld gezin. Ik moet de helft laten staan. Na het eten ga ik terug naar de kamer.

Gelopen 16.84 Km

[Show as slideshow]