Nadat ik heb ontbeten verleng ik mijn verblijf in Saint-Pol-de-Leon tot 6 juli. Mijn idee om in 2 etappes naar Morlaix te lopen laat ik varen. Ik loop de 21 km op zaterdag in één keer.

Tegen 10.00 uur vertrek ik voor een wandeling langs de kust. Vanaf de kathedraal loop ik via de Rue de la Rive naar het Champ de la Rive, een park waarin een recht pad leidt naar een heuvel waarop een kruisbeeld staat. Boven op de heuvel heb ik een panoramisch zicht op de drooggevallen baai van Pempoul.

In de baai ligt het eilandje Sainte-Anne dat met een dam is verbonden aan het vaste land. Het is gaan regenen. Ik laat de gedachte om naar Sainte-Anne te lopen varen. In een strandpaviljoen ga ik naar binnen en bestel koffie. Onderwijl stopt de regen. Ik besluit een stukje het Douanierspad (GR34) te lopen. Bij het passeren van een camping zie ik veel gele nummerborden van Nederlanders.

Het pad gaat deels over het drooggevallen strand. Bij hoog water is er een hogergelegen pad. Bij Kersaliou verlaat ik de kust en loop richting het Kasteel van Kersaliou. Het kasteel wordt verhuurd voor seminars, festivals en voor vakanties. Voordat ik het kasteel bereik kies ik een aangegeven fietspad dat me terugbrengt naar het centrum van Saint-Pol-de-Leon.

Bij een bar aan de markt lunch ik met brood dat ik in mijn jaszak had meegenomen. Ik drink er koffie bij en rust even uit. Ik zie op de mobiel dat ik 8 km heb gelopen. Ik loop terug naar het hotel. Op de kamer schrijf ik het verslag en bekijk de volgende dagen. Om 19.00 uur loop ik naar een klein restaurantje Le Kryst’ann in de stad en bestel Galette (een soort pannenkoek van boekweit deeg) met champignons. Na een uitgebreid dessert met crèpe, ijs en slagroom ga ik terug naar het hotel. Nadat Mariette heeft gebeld, ga ik slapen.

[Show as slideshow]