Even voor zeven ga ik naar buiten. Het regent harder dan ik dacht. Onder een parasol van een terras trek ik mijn regenkleding aan. Dan begin ik aan het eerste deel van de wandeling van vandaag. Het gaat naar Neuhengstett. In 1700 kwamen de eerste vluchtelingen die zich mochten vestigen. 28 families oftewel 134 personen kregen land toegewezen. Eerst bouwden ze barakken omdat ze hoopten op terugkeer. Later kreeg de kolonie een definitief karakter. In Calw werd een klokkenfabriek geopend waar de meesten werk vonden. Wat ik vandaag loop is de route die de Waldenzen dagelijks 2 keer liepen naar en van hun werk. Onderweg passeer ik een schuilhuisje uit die tijd. Gebouwd om bij slecht weer te schuilen. Het regent nog steeds dus zou ik ook kunnen schuilen. Ik loop door. Als ik Neuhengstett binnenkom, blijkt dat ik bij de bakker koffie kan drinken. Kletsnat stap ik binnen. Ik bestel koffie met croissant en doe de natte kleding uit. Ik vraag de vrouw achter de toonbank of er nog iets te vinden is van de waldenzen. Ze verwijst naar het museum verderop in de straat. Na de koffie loop ik erheen. Het is gesloten. Ik loop even over het naastgelegen Waldenser Friedhof. Als ik terug ga kom ik langs de Waldenser kerk. Op dat moment gaan de klokken luiden. Ik ga er heen. Een aardige mevrouw heet me welkom. Ze hangt mijn natte jas bij de verwarming. Als de dienst is afgelopen en ik weer buiten kom schijnt zowaar de zon. Ik loop Neuhengstett uit en passeer een steen waarop een plaquette met namen van Waldenser. Het volgende dorp is Simmonzheim. Daar ga ik op een bank zitten om te lunchen. Als daarna het dorp uitloop kom ik een twee mannen tegen. De oudste zit in een rolstoel. We praten even. De jongere vraagt of ik al heb gelunchd. Ik zeg dat ik dat heb gedaan. Hij zou me anders willen uitnodigen. Ik bedank hem en loop verder. Het gaat weer regenen als ik in Merklingen aankom. Ook hier drink ik koffie bij de bakker. Ik overweeg even vanwege de regen hier te stoppen. Maar besluit verder te lopen naar Perouse. De hele afstand van 7 km regent het hard. Ik loop door een bos. Bij een hut ga ik even onder een afdak zitten. Dan loop ik verder en bereik Perouse. Dit dorp is ook een kolonie van de Waldenser. Er is een mooi klein kerkje, een waterbron met het standbeeld van Arnaud, de leider van de Waldenzen. Ik loop naar het eind van het dorp. Daar zie ik dat het nog 3,5 km naar Rutesheim is. Daar loop ik naar toe. Ik vind er een kamer bij een hotel in het centrum. Bij een Italiaan eet ik een pasta en ga dan naar de kamer.

Klik hier voor de foto’s