Bénévent-l’Abbaye Châtelus-le-Marcheix
Na het ontbijt gaan we met zijn vieren op pad. Het is goed weer. Eerst bij de bakker en de kruidenier langs voor wat proviand. Een Fransman die ons ziet geeft ongevraagd advies over de route. In het bos buiten het dorp is het te blubberig. We kunnen beter langs de weg lopen. Dat doen we dan ook. We verlaten de weg. Door een mooi zonbeschenen landschap komen we in Marcas. De plaatselijke bar is open. Binnen blijkt achter de bar een Engelsman te staan. We krijgen een slappe kop koffie. Als we verder gaan blijkt het dorp groter dan ik dacht. We passeren buiten het dorp een huisje van Nederlanders. We maken een praatje en gaan weer verder. In het dorp Arènes gaan we naast de kerk op een bank zitten. Ik eet een broodje. Bij het gehucht l’Abbaye begint het te stijgen. We klimmen naar het dorp St Goussaud op de top. Het ligt op 668 meter hoogte en is daarmee het hoogste punt op de route tussen Vezelay en St Jean Pied de Port. Alles is dicht. We gaan op een terras van een restaurant zitten lunchen met met wat er nog in de rugzakken zit. De zon schijnt maar het is niet warm. Dan beginnen we aan de afdaling. Geregeld is er mooi uitzicht. Als we tenslotte Chatelus-le-Marcheix binnen lopen staat daar de Fransman van vanmorgen weer. Ik begroet hem en we kletsen wat. Ik slaap alleen bij Acacia. Malcolm en de vrouwen slapen elders. Terwijl de vrouwen hun adres zoeken, drinken Malcolm en ik een biertje in de tuin van mijn huisje. We praten over politiek, techniek en meer. Als Malcolm naar zijn eigen adres gaat spreken we af om later samen met de dames nog een glas wijn te drinken. Nadat ik gedoucht heb zit ik buiten in de zon te eten. Dat is luxe.
Geef een reactie